Ik had niet de kracht om tot de kern door te dringen

Tommasso (Bernhard Wicki) zegt dit tegen Lidia (Jeanne Moreau) aan het begin van La Notte, vanuit zijn bed in een kliniek in Milaan.
Ik weet het, soms lijkt het alsof ik maar één film heb gezien – maar zoals ik al zei: ik graaf dieper.

"Quante cose si finiscono per sapere se si resta un po' soli. E quante cose restano da fare [...] Mi viene il sospetto di essere rimasto un po' ai margini di un' impresa che invece mi riguardava. Non ho avuto la forza di andare a fondo."
– Tommasso, La Notte, Antonioni

(“Hoeveel dingen komt men uiteindelijk te weten als men een beetje alleen blijft. En hoeveel dingen blijven er te doen [...] Ik heb het vermoeden dat ik aan de rand ben blijven staan van een onderneming die mij eigenlijk aanging. Ik had niet de kracht om tot de kern door te dringen.”)

En de vraag naar de marges duikt opnieuw op.
Het gaat ook over lijnen. En ik draai er al een paar posts omheen.
Voor mij mengt het zich met woorden als talvera, termièra, grens — die ook taal betekent.
Van deze ruimte die juist geen bodem heeft, die lineair blijft als de weg waarover Ives Roqueta spreekt in Verd Paradís, en die zo mooi vooruitloopt op wat dit internet is geworden.

Précédent
Précédent

Langs de Pirellitoren

Suivant
Suivant

Nachtelijke zwerftocht